Patrick Rutgers
‘Het lijkt wel een kerstverhaal!’
Een duiding van mijn tijd op de Glind.
‘Het was december 1975…’, dat lijkt de start van een kerstverhaal. In zekere zin laat mijn verhaal op dat punt van mijn leven zich misschien ook wel lezen. Samen met mijn halfbroer werden we op de Ringlaan afgezet met slechts één koffertje voor ons beiden. De rode Renault 4 scheurt weg, uit ons zicht. De Ringlaan af….
‘Daar aanbellen’ had mijn adoptievader gezegd. Ik neem mijn halfbroer mee aan mijn hand. We lopen het erf op, een grindpad, in het volledig donker.
Als stadskind uit Utrecht staat dat beeld van het huis met rondom tuin, erachter een voor mij als kind donker en ogenschijnlijk ondoordringbaar bos, nog altijd zeer helder op mijn netvlies.
Op dat moment ben ik 6 jaar, mijn halfbroertje is net drie jaar. Het is kerstvakantie en duidelijk niet de bedoeling dat kinderen worden afgegeven of op deze manier uit huis worden geplaatst. Dat blijkt ook al snel als Marijke de Goede verbaasd de deur opendoet: ‘Wie zijn jullie en wat komen jullie doen?’.
Diezelfde avond worden er twee bedden geregeld in huize de Goede, dat bleek te bestaan uit oom Tont (Constant), tante Marijke en vier dochters. Een groot gezin dus, met ineens zes kinderen. We werden opgevangen, zonder dat sprake was van een officiële plaatsing. Mijn adoptievader heeft in een soort blinde paniek mijn halfbroer en mij gebracht. Toch konden wij blijven tot er plaats voor ons zou zijn bij een gezin dat zich zou vestigen in de Glind rond juni 1976 aan de Boshuislaan 11. De familie Martini, oom Ger, tante Marijke -echt waar óók Marijke- en hun dochter we zouden daar tot 1979 kunnen blijven.
Tot zover mijn anekdotische benadering vanuit een vergelijking met het kerstverhaal en ‘zoeken naar een veilige plek’. Vanuit mijn perspectief hebben we die veilige plek gevonden in de Glind in die periode van ons leven.
Op de site ‘Vrienden van de J.H. Donnerschool’ staat een quote van Wilma Gorissen (comité van aanbeveling): ‘Deze kinderen hebben soms een wat minder hoog ‘knuffelgehalte’, maar …… Zij verdienen een eerlijke kans in onze samenleving en hebben recht op goed en passend onderwijs’. En ook is te lezen dat ‘… De J.H. Donnerschool voor haar leerlingen gelukkig ook een belangrijk startpunt is voor de rest van hun leven.’
Voor mij is dat helemaal waar gebleken.
Als kind heb ik ontdekt, hoe je óók kon samenzijn in een huis met gezinsleden, samen opstaan en eten bijvoorbeeld, warm eten met name -nog tussen de middag, heerlijk- hobby’s ontdekken en mogen hebben. In de Glind ontdekte ik wát ik kon, mocht, voelde, dacht en wilde. Met vallen en opstaan, en verschillende pedagogische ingrepen van verschillende ‘pleegouders’, de eigenaar van de dorpswinkel (praktisch naast de Donnerschool), de sportleraar -zowel judo-, zwem-, voetbalcoach als gymleraar- , dominee Jellema, juffrouw vd Brink, juffrouw Baart, de medewerkers van de kinderboerderij en houtzagerij, … en al die verschillende kinderen. Zowel die van de Besselaarschool als die van de J.H. Donnerschool.
De vele herinneringen aan de Glind zijn mij dierbaar. De veiligheid die ik miste in het ‘gezin of plaatsvervangend gezins(te)huis’ heb ik altijd wél ervaren op de verschillende scholen. Hoewel ik regelmatig buiten de lijntjes kleurde -en nog wel 😊- bleef er een verrassend aantal mensen, leerkrachten, docenten en decanen tijd voor mij maken. Het heeft er toe geleid dat ik heb kunnen onderscheiden wanneer mensen écht (willen) luisteren.
Dat is tot de dag van vandaag een onderscheidend vermogen, tijd willen maken voor… en écht luisteren. Dat luisterend vermogen vraagt wel wat van ons mensen, dat blijkt onder andere uit de vragen die iemand in staat is te stellen (vanuit inlevingsvermogen) zodat we elkaar verrassen en tot dieper inzicht kunnen komen. Veelal vragen, die niet leiden tot snelle antwoorden en efficiënte oplossingen.
Voordat mijn schrijven op een preek gaat lijken, wil ik afsluiten met een uitnodiging voor een nader gesprek en/of uitwisseling met de medewerkers, leerkrachten en andere betrokkenen bij de J.H. Donnerschool. Uitwisselen van ervaring, (on)mogelijkheden en kansen op mooi(er) onderwijs.
Mijn ervaringen, dankzij input van vele mooie mensen, heeft er toe geleid dat ik docent en coach ben geworden op een Pabo. Een plek waar ik graag ben om de toekomstige leerkrachten te ondersteunen in hún kleur, stem en onderzoekend vermogen waarmee zij de leerlingen, toekomstige wereldburgers, kunnen helpen in hun unieke ontwikkeling. ‘Een leven lang leren’, dat is mogelijk, ondanks of mogelijk juist dankzij kansenongelijkheid. Daar wil ik best een boom met jullie over opzetten. Mooi als die boom onder andere grond kan vinden in de Glind, toch?
Hartelijke groet, op goede kerstdagen en een mooie start van 2021,
Patrick Rutgers
Bewoner van de Glind 1975-1979